De aangifte voor vennootschapsbelasting: een taakje dat je liever voor je uit blijft schuiven. Toch is het vanaf dit jaar verstandig je aangifte op tijd in te vullen. Er wordt namelijk gerekend met een rente van 8 procent wanneer je de aanslag vanaf 1 juli in het eerstvolgende belastingjaar wordt opgelegd door de Belastingdienst. Hoe de regeling voor vennootschapsbelasting en rente precies werkt en hoe je het betalen van deze rente kunt voorkomen? In deze blog leggen we het je uit.
Wanneer wel of geen rente betalen?
Je betaalt de 8 procent belastingrente wanneer de aanslag opgelegd wordt vanaf 1 juli dat volgt op het betreffende belastingjaar. In dit geval betaal je de rente over het totale bedrag dat je aan belasting moet betalen.
Wanneer je de aangifte tot en met 31 mei in het volgende jaar en alle gegevens ongewijzigd door de Belastingdienst overgenomen kunnen worden, hoef je geen rente te betalen over je vennootschapsbelasting. De rente komt ook te vervallen wanneer je voor 1 mei een voorlopige aanslag hebt aangevraagd en deze ook is opgelegd door de Belastingdienst.
Let wel op dat deze genoemde data af kunnen wijken als jouw boekjaar niet gelijk is aan het kalenderjaar. Denk in dat geval aan een verkort, verlengd of gebroken boekjaar. In dit geval gelden andere uiterste data voor het wel of niet hoeven betalen van de rente over je vennootschapsbelasting.
Belastingrente betalen over vaste periodes
In principe berekent de Belastingdienst het totale bedrag van de belastingrente van 8% vanaf 1 juli in het eerstvolgende belastingjaar. Deze loopt tot 6 weken nadat de aanslag is ingediend.
Als het behandelen van de aanslag bij de Belastingdienst langer dan 3 maanden duurt en ze uiteindelijk alle door jou ingevoerde gegevens over kunnennemen, wordt de periode ingekort. Dan betaal je rente over een periode van maximaal 19 weken.
Wanneer je een voorlopige aanslag hebt aangevraagd en deze ook wordt opgelegd, wordt de rente berekend over een periode van maximaal 14 weken vanaf het moment dat je verzoek voor een voorlopige aanslag is ingediend.
Werk je met een gebroken of afwijkend boekjaar? Ook dan gelden andere regels. In dit geval brengt de Belastingdienst de rente in rekening wanneer de aangifte 6 maanden na het verlopen van het boekjaar of later wordt opgelegd.
Periodes in geval van en navorderingsaanslag
In het geval dat je een definitieve aanslag hebt ontvangen maar er, vanwege nieuwe feiten, toch aanpassingen plaats moeten vinden, ontvang je een navorderingsaanslag van de Belastingdienst. Hiervan is de renteperiode in een gebruikelijk boekjaar tussen 1 juli en 1 maand na de datum van de aanslag.
Werk je met een gebroken boekjaar? Dan wordt de rente berekend over de periode tussen 7 maanden na het verlopen van het boekjaar en 1 maand na de datum van de aanslag.
Als je zelf een navorderingsaanslag aanvraagt bij de Belastingdienst, wordt de belastingperiode maximaal 12 weken na het indienen van je verzoek.
Voorbeelden van de nieuwe regeling
Situatie 1: Je hebt vóór 1 juni aangifte gedaan en je gegevens worden zonder wijzigingen overgenomen
Je hebt in dit geval je aangifte ruim op tijd verstuurd en alle gegevens zijn niet meer aangepast. In dit geval hoef je dus geen rente over je vennootschapsbelasting te betalen.
Situatie 2: Je doet ná 1 juni aangifte en je gegevens worden zonder wijzigingen overgenomen
Stel dat je op 22 juni aangifte doet over het eerdere belastingjaar en je op 5 augustus een aanslag krijgt. Hierop staat het te betalen bedrag. In dit geval betaal je de 8% rente over de periode tussen 1 juli 2023 en 16 september (6 weken sinds het ontvangen van de aangifte)
Situatie 3: Je vraagt een voorlopige aanslag aan en de gegevens worden zonder wijzigingen overgenomen
Je kunt een voorlopige aanslag aanvragen wanneer je nog niet alle gegevens hebt om daadwerkelijk aangifte te doen. Wanneer je deze vóór 1 mei indient en je gegevens ongewijzigd blijven, hoef je geen rente te betalen.