De Nederlandse kinderopvangen blijven hard groeien. Een nieuw rapport van het CBS laat deze groei uitgebreid zien. Zo blijkt dat er in de periode 2021-2022 een flinke toename in de kinderopvang is geweest. Deze toename is te zien op allerlei verschillende vlakken: zowel in het aantal uur als het aantal kinderen in zowel de dagopvang als bij buitenschoolse opvang. In dit artikel nemen we je mee langs alle cijfers.
Wat is onderzocht?
In het rapport worden alle ‘formele’ kinderopvang uren en het totaal aantal kinderen dat in formele opvang was weergegeven over de jaren 2021 en 2022. Hierbij gaat het enkel om de cijfers uit kinderdagopvangen en buitenschoolse opvang: dagopvang of buitenschoolse opvang bij bijvoorbeeld gastouders zijn niet meegenomen. Ook zijn de cijfers gebaseerd op alle huishoudens die kinderopvangtoeslag in dat jaar hebben ontvangen, volgens de Wet Kinderopvang en Kwaliteitseisen Peuterspeelzalen (ook wel Wkkp).
Cijfers over 2021
In 2021 zijn in totaal 573.111.830 formele uren gedraaid. Bijna 376,5 miljoen uren waren hiervan in een dagopvang; de overige 196,5 miljoen uur werden toegeschreven aan een buitenschoolse opvang.
In totaal werden ruim 928.000 kinderen naar de kinderopvang gebracht. Zo’n 492.000 kinderen gingen naar de dagopvang en zo’n 499.000 naar de buitenschoolse opvang.
Cijfers over 2022: toename kinderopvang
Voor 2022 is een voorlopig aantal formele uren van 616.458.890 gerapporteerd. Dat is een toename van 7,6%. Deze stijging is evenredig te koppelen aan de twee verschillende soorten kinderopvang. Voor de dagopvang is een nieuw totaal van ongeveer 403,5 miljoen uren gerapporteerd (7,2% gestegen). De buitenschoolse opvang nam nog harder toe, tot een totaal van ruim 213 miljoen uur (8,3% gestegen).
Dezelfde flinke toename in de kinderopvang is ook te zien in het aantal kinderen. Dat steeg in 2022 naar een voorlopig aantal van 960.290 en betekent dus een stijging van 3,5 procent. Bijna 507.000 kinderen gingen naar de dagopvang (3,07% gestegen). De overige 518.000 kinderen gingen naar de buitenschoolse opvang (3,7% gestegen).
Belangrijk hierbij is wel dat de cijfers over 2022 nog niet definitief vaststaan: dit zijn slechts voorlopige cijfers. Bijvoorbeeld de Belastingdienst kan nog wijzigingen in deze cijfers aanbrengen. In het jaar erop kunnen deze cijfers wel definitief worden vastgesteld. Zo zijn de gegevens uit 2021 dit jaar definitief bevestigd.
Hoewel zowel het aantal formele uren als het aantal kinderen in de kinderdagopvang flink gestegen is, valt wel op dat het aantal uren harder zijn gestegen dan het aantal kinderen in de opvang. De cijfers rond het aantal uur stijgen gemiddeld met zo’n 7,5%, terwijl het aantal kinderen toegenomen is met gemiddeld zo’n 3,5%. Daarnaast is de toename in de kinderopvang vooral te merken in de buitenschoolse opvang: hier stegen de cijfers het hardst. Met de enorme vraag naar kinderopvang is de kans groot dat de cijfers in 2023 nog eens een grote toename in de kinderopvang zullen laten zien.
END
Terug naar overzicht