09-05-2023

Zelfstandige ondernemers, ofwel ‘ondernemers in de inkomstenbelasting’, mogen niet over te veel liquiditeiten binnen hun eigen bedrijf beschikken. Wanneer wel sprake is van een overschot aan liquiditeiten, moeten deze ‘overtollige liquiditeiten’ verplicht van je bedrijf naar privé overbrengen. Er is soms echter ook sprake van ‘duurzaam overtollige’ liquiditeiten. Wat deze vorm van liquiditeiten inhoudt, lees je in deze blog!

Verschil in belasting tussen werk en privé

Als zelfstandig ondernemer word je belast volgens de regels in Box 1. Je privévermogen wordt echter belast volgens de regels van Box 3. Wanneer je dus overtollige liquiditeit van werk naar privé over moet brengen, kan dit een groot verschil maken voor het totale bedrag dat je aan belasting moet betalen in Box 1 en Box 3 gecombineerd.

Werkkapitaal of tijdelijk liquide middelen: niet overtollig

Elke ondernemer mag volledig zelf bepalen hoeveel liquiditeit hij of zij beschikbaar wil houden in het bedrijf, zolang dit naar ‘redelijkheid’ gebeurd. Zo lang je dus een goede redenering hebt voor de liquiditeiten binnen je onderneming, kun je prima meer of minder liquiditeit aanhouden. Hierbij zijn het type werkzaamheden dat je bedrijf verricht en de grootte van je bedrijf wel bepalend voor de redelijkheid.

Zaken waar je binnen deze redelijkheid aan kunt denken zijn bijvoorbeeld het financieren van je huidige of toekomstige bedrijfsuitgaven. Deze worden gezien als werkkapitaal. Maar ook het indekken van risico’s, het opbouwen van reserves of het duurzamer maken van je bedrijf. Dit valt onder de noemer ’tijdelijk liquide middelen’. Vaak verbruiken ondernemers deze tijdelijke middelen weer binnen een jaar; vandaar dus ook de tijdelijke aard. Let wel op dat je voor beide vormen van liquide middelen dus een goede verklaring moet hebben voor bijvoorbeeld de belastinginspecteur.

Het is belangrijk je liquiditeiten binnen ‘redelijkheid’ te verklaren binnen werkkapitaal en tijdelijk liquide middelen

Wanneer is liquiditeit duurzaam overtollig?

Wanneer liquide middelen binnen het bedrijf naar alle waarschijnlijkheid niet meer binnen een afzienbare periode gebruik zullen worden, wordt gesproken van ‘duurzaam overtollige liquiditeiten’. Dit kunnen bijvoorbeeld overbodige of onnodige reserves zijn waarvan de belastinginspecteur vindt dat je hier geen ‘aannemelijke verklaring’ of een duidelijk doel voor aan kunt wijzen. Wanneer de inspecteur dit heeft vastgesteld, zal je de duurzaam overtollige liquiditeiten moeten overhevelen naar privé.

Duurzaam overtollige liquiditeit: een voorbeeld

Een ondernemer moest recent voor de rechtbank verschijnen vanwege torenhoge liquiditeiten in twee opeenvolgende boekjaren. In 2017 was er een totaal van 850.000 euro aan liquiditeiten, in 2019 nog voor 625.000 euro. Uiteindelijk kon over 2017 een bedrag van 185.000 euro als ondernemingsvermogen binnen de onderneming blijven. Voor 2018 was dit een bedrag van 165.000 euro.

Waarom moest de ondernemer zo’n groot deel van de liquiditeit naar het privévermogen van Box 3 verplaatsen? Dit had volgens zowel de inspecteur als de rechter met een aantal zaken te maken. Zo oordeelde de rechter dat de omzet binnen het bedrijf al jaren omlaag ging, de ondernemer al op leeftijd was en geplande of toekomstige investeringen waarschijnlijk niet meer plaats zouden vinden. Dat was genoeg reden om een ‘aannemelijke verklaring’ van de ondernemer van de baan te vegen en een groot deel van de liquide middelen als duurzaam overtollig aan te wijzen.