De Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) uit 2015 werkt sinds 2019 werkt met een vast abonnementstarief. Elke cliënt die gebruikt maakt van een of meerdere WMO-voorzieningen betaalt nu hetzelfde bedrag: 19 euro. Vanaf 1 januari 2026 wordt dit vaste abonnementstarief vervangen door een inkomensafhankelijke eigen bijdrage voor de WMO, die dus voor iedereen verschillend zal zijn. Dit komt omdat de huidige situatie met het vaste tarief voor iedereen niet langer houdbaar is. Hoe het nieuwe stelsel er precies uit gaat komen te zien, gaat de Overheid in de komende periode verder uitwerken. Meer informatie over de WMO lees je op de site van de Rijksoverheid.
Aanpassingen aan eerder wetsvoorstel
Eerder was het Kabinet al van plan om een onderdeel binnen de WMO aan te passen. Dat had te maken met de huishoudelijke hulp. Voor dit onderdeel zou eerder al een eigen bijdrage gevraagd gaan worden vanaf 1 januari 2025. Om alle aanpassingen binnen de WMO gelijk te houden, wordt deze eigen bijdrage een jaartje opgeschoven. Daardoor gaan alle aanpassingen rondom de inkomensafhankelijke bijdrage aan de WMO tegelijkertijd in op 1 januari 2026.
Abonnementstarief zorgt voor druk op stelsel
Sinds 2019 is het huidige stelsel met het vaste abonnementstarief ingegaan. Dat betekent dat elke cliënt, ongeacht zijn of haar inkomen, voor 19 euro per maand gebruik kon maken van verschillende voorzieningen binnen de WMO. Deze voorwaarde was echter zo voordelig, dat de vraag naar voorzieningen flink toe nam. Op den duur was de vraag naar WMO-voorzieningen zo hoog, dat met het abonnementstarief het volledige stelsel onder druk kwam te staan.
Door nu te gaan werken met een eigen bijdrage op basis van het inkomen, hoopt de overheid dat de druk op het stelsel af zal nemen. Zo wordt de financiële houdbaarheid van de WMO als geheel verbeterd. Door te kiezen voor een eigen bijdrage gebaseerd op het inkomen, komt de financiële draagkracht van cliënten centraal te staan. Op die manier kunnen zo veel mogelijk mensen nog gebruik blijven maken van de regeling en komt dat tegelijkertijd ten goede aan het stelsel.
Terug naar overzicht