• Vragen en antwoorden expertsessie: loonheffingen algemeen
  • Vragen en antwoorden expertsessie: loonheffingen algemeen
  • Vragen en antwoorden expertsessie: loonheffingen algemeen
Vragen en antwoorden
Loonheffingen

De Belastingdienst heeft algemene vragen over loonheffingen beantwoord. Het gaat om vragen die deelnemers hebben gesteld tijdens het webinar ‘Coronavirus fiscale maatregelen en de gevolgen’.

Het webinar werd georganiseerd door de Belastingdienst en heeft op 30 september plaatsgevonden. Het ging onder andere over de gevolgen van de coronamaatregelen voor de loonheffingen, inkomsten- en vennootschapsbelasting (Vpb) en de invordering.

Hieronder leest u de vragen en antwoorden.

Vraag (V): De werkgever mag op grond van het Besluit noodmaatregelen coronacrisis een onbelaste vaste kostenvergoeding doorbetalen als de werknemer vóór 13 maart 2020 een onvoorwaardelijk recht had op deze vergoeding. Hoe zit het met vaste kostenvergoedingen die de werkgever na deze datum toekent?
Antwoord (A): Voor vaste kostenvergoedingen die de werkgever vanaf 13 maart 2020 toekent, gelden de normale fiscale regels. Meer hierover leest u in paragraaf 4.6.1 Handboek Loonheffingen.

V: Wij betalen een vaste kostenvergoeding aan zowel werknemers die vóór 13 maart in dienst waren als aan werknemers die daarna in dienst kwamen. Is de kostenvergoeding voor de ‘oude’ werknemers onbelast en voor de ‘nieuwe’ werknemers belast?
A: Had de werknemer vóór 13 maart 2020 een onvoorwaardelijk recht op een vaste kostenvergoeding, dan valt deze onder de goedkeuring van het besluit.

Dit geldt niet voor werknemers die na 13 maart in dienst komen. Zij hadden namelijk vóór 13 maart nog geen onvoorwaardelijk recht op de vergoeding.

Voor vaste kostenvergoedingen die een werkgever vanaf 13 maart 2020 toekent, gelden de normale fiscale regels. Meer hierover leest u in paragraaf 4.6.1 Handboek Loonheffingen.

V: De werkgever maakt gebruik van een individueel keuzebudget (IKB) in plaats van een cafetariamodel. Werknemers kunnen maandelijks gebruik maken van een uitruil. Is het belangrijk dat de werknemer een IKB heeft vóór 13 maart? Of moet het tijdstip van uitruil vóór 13 maart liggen?
A: De goedkeuring uit het besluit ziet alleen op vaste reiskostenvergoedingen en op andere vaste vergoedingen. De goedkeuring uit het besluit is in dit geval alleen van toepassing als de werknemer zijn keuze om zijn IKB te ruilen voor deze vergoedingen vóór 13 maart 2020 heeft gemaakt. De datum van 13 maart 2020 is niet van belang als de werknemer wil uitruilen voor andere doeleinden.

V: Mogen werknemers die na 13 maart in dienst zijn gekomen en vanaf dan een IKB krijgen fiscaalvriendelijk een fiets aanschaffen?
A: De goedkeuring in het besluit ziet alleen op vaste reiskostenvergoedingen en andere vaste kostenvergoedingen. De datum van 13 maart 2020 is niet van belang als de werknemer wil uitruilen voor andere doeleinden. Als de werknemer zijn IKB inzet voor een fietsvergoeding, gelden de normale fiscale regels. Meer hierover leest u in paragraaf 21.7 en 4.15.1 Handboek Loonheffingen.

V: Een werknemer ontvangt een voorziening die voldoet aan de voorwaarden van het noodzakelijkheidscriterium. Moet de werkgever dan ook eventuele reparatiekosten aan deze voorziening betalen? Mag hij deze kosten in rekening brengen bij de werknemer?
A: Ja, de kosten van een noodzakelijke voorziening, dus ook eventuele reparatiekosten zijn voor rekening van de werkgever, zonder dat hij deze verhaalt op de werknemer. Dat volgt uit de voorwaarden die gelden bij het noodzakelijkheidscriterium (zie het antwoord op vraag 6 en paragraaf Handboek Loonheffingen 20.17).

V: De werkgever moet alle kosten betalen als hij gebruik wil maken van de gerichte vrijstelling voor noodzakelijke voorzieningen. Wat is de wettelijke basis hiervoor?
A: Dat de werkgever voor toepassing van het noodzakelijkheidscriterium alle kosten moet dragen, volgt artikel 31a, 2e lid, onderdeel g, onder 1°, en het 10e lid van dat artikel, Wet op de loonbelasting 1964.

V: Is een keuze in een IKB van de werknemer te beschouwen als een eigen bijdrage in de zin van de gerichte vrijstelling voor noodzakelijke voorzieningen?
A: De gerichte vrijstelling voor noodzakelijke gereedschappen et cetera is niet van toepassing als de voorziening onderdeel uitmaakt van een cafetariaregeling. Een IKB is een voorbeeld van een cafetariaregeling.

V: Zijn coronatesten voor werknemers gericht vrijgesteld of komt dit ten laste van de vrije ruimte?
A: De vergoeding voor een coronatest is gericht vrijgesteld als deze voldoet aan de voorwaarden van een arbovoorziening. Dit is een voorziening die rechtstreeks voortvloeit uit het arbeidsomstandighedenbeleid dat de werkgever voert op grond van de Arbeidsomstandighedenwet. Hieronder valt ook een geneeskundige keuring in het kader van preventie- en verzuimbeleid. Meer over de voorwaarden leest u in paragraaf 20.1.9 Handboek Loonheffingen. Als de gerichte vrijstelling niet van toepassing is, mag u de vergoeding aanwijzen als eindheffingsloon. Deze komt dan ten laste van de vrije ruimte. Over het bedrag boven de vrije ruimte betaalt de werkgever 80% eindheffing.

V: Een werkgever heeft nog veel vrije ruimte over. Mag hij deze ruimte gebruiken om een gedeelte van het loon uit te ruilen tegen een onbelaste vergoeding?
A: Ja. De werkgever kan een gedeelte van het loon in zijn vrije ruimte onderbrengen. Hiervoor moet hij dit loon aanwijzen als eindheffingsloon. De aanwijzing moet wel gebruikelijk zijn.

De Belastingdienst beschouwt vergoedingen tot een bedrag van € 2.400 per persoon per jaar als gebruikelijk.

Meer informatie over de gebruikelijkheidstoets leest u in paragraaf 4.2 Handboek Loonheffingen.

V: Heeft de NOW-regeling invloed op de hoogte van de vrije ruimte?
A: De NOW-regeling is een tegemoetkoming voor werkgevers in de loonkosten op basis van een bepaald omzetverlies. De werkgever moet zelf het loon uitbetalen. De tegemoetkoming in de loonkosten heeft dus geen invloed heeft op de hoogte van de vrije ruimte.

V: Zijn de herregistratiekosten van zorgpersoneel gericht vrijgesteld of komen deze ten laste van de vrije ruimte?
A: De werkgever moet toetsen of hiervoor een gerichte vrijstelling geldt. Meer over gerichte vrijstellingen leest u in paragraaf 20.1 Handboek Loonheffingen.
Als er geen gerichte vrijstelling van toepassing is, kan de werkgever de vergoeding mogelijk aanwijzen als eindheffingsloon. Deze komt dan ten laste van de vrije ruimte. Over het bedrag boven de vrije ruimte betaalt de werkgever 80% eindheffing.

Bron: Belastingraadgevers
Terug naar overzicht
Cookies
Wij maken gebruik van cookies zoals omschreven in ons Privacy document. Klik op onderstaande button als u hiermee akkoord gaat. Of klik hier om deze melding te verbergen
Akkoord
×